Effect meten van telemonitoring met cVitals: waar begin je?

2 december 2015

Eén van de dingen die ik doe is het meten van de impact van telemonitoring met cVitals. Maar hoe ga je onderzoeken wat het effect is voor patiënten en zorgorganisaties? Waar start je de zoektocht? In dit blog vertel ik hier meer over en tegen welke problemen, of liever gezegd uitdagingen, ik ben aangelopen. En what’s next?

Eerst even terug naar het begin, waar gaat het eigenlijk om? Met cVitals willen we zorgen voor meer regie en zelfstandigheid voor de patiënt over de eigen gezondheid. Zorg op het juiste moment om achteruitgang snel te signaleren. Wanneer kun je nu echt zeggen: het op afstand meten van patiënten met COPD en hartfalen levert echt wat op voor hen?

Het effect voor patiënten

'Volgens mij is de belangrijkste motivatie meer kwaliteit van leven (terug). En dit willen we meten'

Volgens mij is de belangrijkste motivatie meer kwaliteit van leven (terug). En dit willen we meten. Allerlei factoren kunnen hier invloed op hebben, voor iedere patiënt weer anders. De ene patiënt ervaart daadwerkelijk gezondheidswinst door een verminderd aantal longaanvallen, en dus minder vermoeiende opnames in het ziekenhuis. Bij de andere patiënt is het gewoonweg het feit dat men een geruststellender gevoel heeft omdat de verpleegkundige meekijkt en omdat ‘ik weet dat het met mij goed gaat nu ik mijn eigen vitale waarden dagelijks kan checken’.

Cheers, daar doen we het inderdaad voor!

En de effecten voor eerste- en tweedelijns zorg dan?

Goed, maar met alleen dit krijg je een product nog niet ingezet. Natuurlijk gaat het ook om efficiëntere zorg, tegen lagere kosten, met betere uitkomsten voor de patiënt. Dus moeten we ook kijken naar het effect op aantallen (her)opnames, gemiddelde ligduur en poli bezoeken.

Maar dit is alleen het effect in de tweedelijns. Hoe zit het met de kosten en opbrengsten in de eerstelijns? Vindt er daadwerkelijk een verschuiving van tweedelijns naar eerstelijnszorg plaats?

En stel dat de zorgconsumptie in het ziekenhuis daalt door intrede van een nieuwe innovatie. Je zou denken: goed nieuws, er zijn duizenden euro’s aan opnamedagen bespaard. Maar de praktijk leert anders. Immers, het gevolg hiervan is dat ziekenhuizen minder zorgactiviteiten kunnen declareren, en dus minder opbrengsten. En dat heeft ook effect op de financiën voor de specialisten. Weg is de prikkel om te gaan innoveren. Terwijl ze juist wél willen meewerken aan betere zorg.

Tegelijkertijd, de investeringen die gedaan moeten worden in de eerstelijnszorg (zij het vele malen goedkoper dan de kosten in het ziekenhuis) worden niet of nauwelijks bekostigd. Kortom, de financieringsstromen zijn nog niet evenredig verdeeld. Nog een weg te gaan!

Onderzoeksopzet maken voor cVitals

Nu al deze vraagstukken bekend zijn, is een goede onderzoeksopzet zo gemaakt toch? Als het zo simpel zou zijn, dan zou ik toch al een héél eind gevorderd zijn. Niet dus. Even los gezien van de onderzoeksgebieden, uitkomstmaten dan wel het feit of er überhaupt een effect aanwezig is. Wat is wetenschappelijk gezien de beste onderzoeksopzet? Wat is logistiek gezien de beste onderzoeksopzet? Twee uitersten, omdat je in het eerste geval patiënten als het ware uitsluit van deelname aan telemonitoring en in het tweede geval juist iedereen wilt laten starten.

Ook ben ik niet tevreden met alleen een vergelijking tussen de periode vóór cVitals, en na cVitals. De onderzoeker in mij verlangt een effect te kunnen aantonen tussen patiënten die zorg op afstand ontvangen via de app van cVitals met meetapparatuur, en een gerandomiseerde (willekeurig ingedeelde) controle groep bij wie geen cVitals wordt ingezet. Alleen op deze manier kun je eventuele verschillen in uitkomsten tussen wel en niet thuismeten toewijzen aan de inzet van de dienst cVitals zelf.

Best logisch, maar wat als de deelname van patiënten achterloopt? Bovendien, je kunt het patiënten toch niet onthouden om te starten met cVitals. Iedereen moet toch gaan thuismeten?

Telemonitoring bij hartfalen patiënten geen effect?

Afgelopen week zat ik de eerste resultaten te lezen van een grote telemonitoring studie bij hartfalen patiënten in Amerika. Een gerandomiseerde multicenter studie waarbij bijna 1500 patiënten gemeten zijn (die aantallen wil ik ook wel!). Resultaat: telemonitoring van patiënten had geen effect op de aantallen heropnames. Hoe kan dat?

'Specifieker gekeken zien we een duidelijke daling in aantal heropnames en mortaliteit ten opzichte van de gehele populatie'Wat blijkt, het zijn niet zozeer de patiënten die ‘wel willen starten met thuismetingen’. Maar ze hebben veruit het merendeel van de hartfalen patiënten boven de 50 jaar, die voor het eerst zijn opgenomen in het ziekenhuis gemeten. Specifieker gekeken naar de groep patiënten die zich meestal netjes houdt aan de voorgeschreven meetmomenten (hartslag, bloeddruk, gewicht) zien we een duidelijke daling in aantal heropnames en mortaliteit ten opzichte van de gehele populatie. Daar heeft telemonitoring dus wel degelijk effect.

Conclusie: het hoeft dus niet zozeer zinvol te zijn om alle patiënten uit het ziekenhuis te laten starten met cVitals. Het gaat erom dat de patiënten het zelf graag willen en de toegevoegde waarde ervan inzien. ‘Therapietrouw’ is ontzettend belangrijk.

De volgende onderzoeksstap

Deelname van de patiënt is dus zeker belangrijk. De motivatie van een patiënt kunnen we niet vanzelf veranderen, wel het betrekken van de patiënt bij de ontwikkelingen rondom een zo gebruiksvriendelijk mogelijk product cVitals. De keuze voor gebruiksvriendelijke en betrouwbare wearables is hierin essentieel.

Hoe pakken wij dit aan? Welke keuzes maken wij hierin? Daarover in een later blog meer!

Als Product Researcher bij FocusCura sta ik met mijn ene been in de wereld van geavanceerde thuiszorgtechnologie en met mijn andere been sta ik als PhD candidate tussen de patiënten en zorgverleners in het UMC Utrecht om wetenschappelijk onderzoek te doen. In dit blog geef ik updates over mijn promotieonderzoek ‘A Safe Path from ICU to Home’ en de ontwikkelingen rondom het onderzoek naar cVitals.